Dassen Gaasterland en Omstreken
Hier bevindt zich uitgebreide informatie over dassen in Friesland, van hun leefgebied en gedrag tot hoe je zelf sporen kunt vinden.
De Das (Meles meles) in Friesland: Een Stille Terugkeer
De das is een van de grootste en meest fascinerende landroofdieren van Nederland, en ook in Friesland weet hij zich steeds beter te handhaven. Na een dieptepunt in de jaren 60 maakt de dat is een gestage comeback, mede dankzij beschermingsmaatregelen.
1. Hoe ziet de das eruit
Uiterlijk: Onmiskenbaar door zijn zwart-witte kop. Hij heeft een wit gezicht met twee brede, zwarte strepen die van de neus over de ogen naar de oren lopen. Zijn lichaam is grijsachtig, met zilvergrijze flanken en een lichte buik.
· Grootte: Letterlijk zo groot als een middelgrote hond (bosdas). Lichaamslengte: 65-80 cm, staart: 15-20 cm.
· Gewicht: Volwassen dieren wegen tussen de 10 en 15 kg, in de herfst soms meer.
2. Leefgebied en Verspreiding in Friesland
Dassen zijn geen echte bosdieren, maar zogenaamde randbewoners. Ze hebben een afwisselend landschap nodig.
· Favoriet Biotoop: De overgang van bos of houtwal naar open gebied (weiland of akker). Dit biedt beschutting en foerageergebied dicht bij elkaar.
· Waar in Friesland? Dassen zitten voornamelijk op de hogere zandgronden:
· Noordoost Friesland: Het gebied rondom Drachten, Burgum, Damwâld en de bosrijke omgeving van Bakkeveen.
· Zuidoost Friesland: De omgeving van Heerenveen, Jubbega en de rand van het Drents-Friese Wold.
· De Friese Wouden: Dit afwisselende gebied is bij uitstek geschikt.
· Let op: In het weidse, open kleigebied in het westen en noorden van Friesland zul je vrijwel geen dassen vinden. Ze hebben droge, graafbare grond nodig voor hun burcht.
3. De Dassenburcht: Een Onderaards Paleis
Een dassenburcht is een complex gangenstelsel dat generaties lang wordt gebruikt.
· Bouw: Meestal gegraven in een zandheuvel, bosrand of onder een boomstronk. De ingangen zijn breed en vaak afgeplat.
· Inrichting: Het gangenstelsel kan tientallen meters lang zijn en bevat meerdere nestkamers, die zijn bekleed met droog gras, mos en varens.
· Schoon: Dassen zijn heel zindelijk. Ze graven speciale "beerputten" (w.c.'s) vlak buiten de burcht.
4. Wat eet een das?
Dassen zijn echte omnivoren (alleseters). Hun menu is erg gevarieerd en seizoensgebonden.
· Regenwormen: Het absolute favoriete voedsel, vooral 's nachts als de wormen dicht aan de oppervlakte zitten.
· Insecten en larven: Kevers, rupsen en emelten.
· Fruit en gewassen: Bosbessen, bramen, eikels, appels, en soms maïs.
· Kleine dieren: Muizen, mollen, jonge vogels en eieren.
· Aas: Af en toe een dood gevonden dier.
5. Leefwijze en Gedrag
· Nachtactief: Je zult een das bijna nooit overdag zien. Ze verlaten de burcht bij schemering.
· Familiedier: Dassen leven in familiegroepen, een "clan". Een burcht wordt bewoond door een volwassen man (beer) en vrouw (zeug) met hun jongen van de afgelopen 2-3 jaar.
· Geen winterslaap: Dassen houden een winterrust. Bij vorst of sneeuw blijven ze langer onder de grond, maar ze slapen niet continu.
6. Sporen Herkennen: Zo weet je dat er dassen zijn
Ondanks hun verborgen leven, laten ze duidelijke sporen na.
1. Wissels: Duidelijk zichtbare, vaste looppaadjes door het gras of tussen de begroeiing. Ze lopen vaak in dezelfde sporen.
2. Pootafdrukken: Lijken een beetje op een kleine berenpoot. Vijf tenen met duidelijke nagels. Vaak te vinden in modderige plekken.
3. Dassenpijpen (beerputten): Ondiepe kuiltjes (10-15 cm diep) waarin de das zijn ontlasting doet. Vaak langs de territoriumgrens.
4. Krabpalen: Bomen of palen waar ze hun klauwen aan scherpen. Soms met haren.
5. Graafsporen: Plekken waar ze naar wormen of insectenlarven hebben gezocht. Het lijkt alsof iemand met een kleine grasmaaier over het grasveld is geweest.
7. Bedreigingen en Bescherming
· Verkeer: Dit is veruit de grootste doodsoorzaak voor dassen in Friesland. Dassen steken wegen over op weg naar hun foerageergebieden.
· Verdroging: Als de grond te droog is, komen regenwormen minder naar boven, wat voedseltekort veroorzaakt.
· Versnippering: Wegen en bebouwing knippen het leefgebied in kleine stukjes.
Gelukkig is de Das een beschermde diersoort. Er worden maatregelen genomen om ze te helpen:
· Dassentunnels: Onder belangrijke wegen worden tunnels (faunapassages) aangelegd, zodat dassen veilig kunnen oversteken.
· Dassenrasters: Langs wegen worden rasters geplaatst die dassen naar een tunnel leiden.
· Beheer van leefgebied: Organisaties zoals de Zoogdiervereniging en Staatsbosbeheer zorgen voor geschikte leefgebieden.
8. Wat te doen bij een gewonde das of een verstoorde burcht?
· Raak een gewonde das NOOIT zelf aan! Het zijn wilde dieren met een krachtig gebit. Bel de Dassenopvang of een lokale dierenambulance.
· Verstoor een burcht niet. Het is verboden om een burcht te beschadigen of te verstoren.
· Houd honden aan de lijn in gebieden waar dassen voorkomen.
9.Slot
De das is een bijzonder en belangrijk onderdeel van de Friese natuur. Zijn stille terugkeer is een succesverhaal van bescherming en herstel. Hoewel je hem zelf waarschijnlijk niet zult zien, kun je met een scherp oog wel de sporen ontdekken van dit mysterieuze "schilddragende" dier dat 's nachts door de Friese coulissen dwaalt.
We hopen dat dit een volledig beeld geeft van de das in Friesland!